Natuur-en Landbouwinstanties gaan beter samenwerken: "We zijn geen vijanden"
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek gaat meer samenwerken met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek. Beide onderzoeksinstellingen tekenden vandaag een overeenkomst op de Herpendalvallei in Bierbeek. Een symbolische plaats, want beide instellingen voeren daar nu al onderzoek. Samenwerken is belangrijk om de grote uitdagingen waar de sectoren voor staan te bekampen, maar niet gemakkelijk. Want de strijd voor een betere natuur stond de laatste jaren vaak loodrecht tegenover de financiële bekommernissen van de boeren.
Onder toeziend oog van minister van Landbouw Jo Brouns tekent het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek een samenwerkingsovereenkomst met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Landbouw en natuur gaan dus samenwerken. Dat lijkt logisch, maar is niet zo vanzelfsprekend. "De laatste jaren was er wat polarisatie", zegt Jo Brouns (cd&v), Minister van Landbouw. - En eerder als vijanden tegenover elkaar komen te staan, terwijl het eigenlijk eerder bondgenoten zijn in de zin dat ze elkaar nodig hebben."
"We hebben kwetsbare natuur door de jaren heen bijgekregen. De landbouw is intensiever geworden, en daardoor zijn ze uit elkaar gegroeid." Jo Brouns (cd&v), Minister van Landbouw
"De twee eerder als vijanden tegenover elkaar komen te staan", vindt Brouns. "Terwijl het eigenlijk eerder bondgenoten zijn in de zin dat ze elkaar nodig hebben."
Dat natuur en landbouw geen vijanden zijn die strijden om dezelfde grond, maar eerder bondgenoten, bewijst een nachtvlinder. De populierenpijlstaart bestuift landbouwgewassen, maar komt alleen maar voor als de natuurlijke omgeving het toelaat. "De hagen, de bomenrijen: die zorgen voor voldoende habitat voor die nachtvlinders", legt Hilde Eggermont van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek uit. "Maar bijvoorbeeld ook het verhogen van het voedselaanbod kan helpen om die biodiversiteit terug te brengen."
Geen tegengestelden
Ook bodemonderzoek is belangrijk. Enerzijds voor de natuuronderzoekers die zo na kunnen gaan hoe het met de biodiversiteit van de bodem gesteld is. En dat is dan weer belangrijk voor de boeren, want een gezondere grond levert gezondere gewassen op. Rest de vraag nog, hoe gaan de twee onderzoekinstituten nu concreet samenwerken.
"We gaan samen onderzoeksprojecten uitschrijven. Waar we dan proberen de nodige financiële middelen voor te vinden om die te kunnen uitvoeren." Joris Relaes, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek
De twee instituten gaan nu samen bekijken welke projecten ze samen kunnen opbouwen. "Dat gebeurde nu op ad-hocbasis, maar dat gaan we nu structureel doen", zegt Relaes. "We gaan ook samen studiedagen organiseren. En aan de buitenwereld laten zien, we zijn geen tegengestelden."